Berichten

Of ik wel eens een model nodig had dat helemaal kaal ging…
Ze had model gezeten bij een landelijke haarshow en voor die show was ze op één dag drie keer gebleached… Ja, dan kan je het er vanaf vegen, dat is helder.

Het lag niet direct in de planning. Maar weet je wat, dan maken we er een aparte shoot van. Naar een datum gezocht, Emma (één van mijn favoriete visagistes) was beschikbaar, het haar en de fotografie deed ik zelf… Gaan!

Toen ze aankwam moest ik inderdaad beamen dat het niet veel meer was. Het was zogezegd snot. Ze had nog wel gereclameerd bij dat kappers-event, maar in deze wereld zijn we niet zo goed in nazorg. Haar kapot? Helaas pindakaas. Wel beschamend, vooral naar iemand die haar haar professioneel nodig heeft. Hoeveel shoots ging ze hierdoor missen?

Happy

Het was haar eerste bezoek aan mijn salon. Ze zag de voorgaande klant afrekenen en zei: dat wil ik ook. Het was een korte bob, wat zeg ik, net onder het oor, met een opgeschoren nekje. Best extreem voor iemand die het haar tot op de schouders draagt. Na nog een korte inspectie voor de spiegel en een uitgebreide wasmassage begon ik het haar af te delen. Nog eens kijken. En uiteindelijk zette ik de schaar erin. Lange lokken gleden langs de kapmantel naar de grond.

Ondertussen kletsten we wat. Ze was webdesigner en gaf daarnaast workshops programmeren. Later bezocht ik haar website. Op het openingsscherm zag je een kop koffie, een mobieltje, plus de tekst: “Hi I’m Yvonne, UX specialist. I can help you meet your users’ needs”. Als bezoeker van zo’n website kan je alleen maar blij worden.

Het zijn good feelings die verkopen. Lever de klant zorgeloos gemak. Maak de consumer happy, al bij voorbaat! Zoals de slogan van de slager: Vers met een glimlach. Of bij de wasstraat: wassen met gevoel. Het bungalowpark: Wij weten hoe belangrijk vakantie voor u is! En: Wij doen wat anderen beloven!

Op de Sassoon Academy in Londen tref je cursisten aan van over de hele wereld. Japan, Canada, Italië. Vaak zie je ook een groep kappers uit Rusland, die net als de Japanners, geen woord Engels verstaan en daarom een eigen tolk bij zich hebben. Tijdens de lessen hoor je steeds het zachte parlando van de synchroonvertaling achter je.

Het kappersvak leer je op het MBO. Je kunt door naar niveau 4, waarbij vooral het ondernemen wordt geschoold. Maar als je nog verder wilt is er in Nederland niets meer. Jawel, er zijn nog wat trainingen bij groothandels en leveranciers. Maar een gedegen vervolgopleiding op bijvoorbeeld HBO-niveau is er niet.

Enkele weken geleden werd ik aangereden. Ik stond vlak voor mijn zaak voorgesorteerd om af te slaan, maar een bestelwagen achter mij had dat niet gezien en ging er vol bovenop. Gelukkig heeft mijn buurman een schadeherstelbedrijf en kwam ik zelf met de schrik vrij.
Gistermiddag sprak ik mijn buurman weer even en we hadden het over elkaars bedrijf, de successen en de moeilijkheden. Hij zei: “Meneer Beers, of Hans moet ik zeggen, als ik u nu vertel dat de ANWB (verzekeraar) hun schades hier laat herstellen voor een gemiddelde vergoeding van 950 euro per auto. Meer krijg je niet. Weet u nog hoe hoog uw schade was?” Mijn bumper was kapot, een achterlicht ook, er moest wat uitgedeukt en overgespoten worden. “3850,= euro” zeg ik. “Ja, precies,” antwoordde hij, “en dan hebben we heel normaal gerekend. Maar dat zou betekenen dat, wanneer deze schade verzekerd was bij de ANWB, we nog drie andere schadeauto’s geheel gratis zouden moeten herstellen.”
Ik zat nog eens wat door te kauwen op die mededeling. En toen dacht ik: dat is toch eigenlijk te gek voor woorden. Die verzekeraars hebben zoveel macht, ze knijpen elke garage uit. En in andere sectoren zal het niet anders gaan. Take it or leave it, buigen of barsten.

Fotografie – tips voor kappers:
Regelmatig tonen kappers hun werk op social media. Ze zijn trots op hun werk en wilen dat graag laten zien. Heel goed. Leuk. Maar…
Ik zal het simpel houden. Trouwens, ik ben zelf ook geen professioneel fotograaf. Het gaat er om dat je snel redelijke foto’s maakt die bovendien representatief zijn. Want een mooi kapsel op een verschrikkelijke foto, dat werkt niet.
Om te beginnen mijn 3 eikenhouten tips:
a. fotografeer zonder kapmantel (FOTOGRAFEER ZONDER KAPMANTEL!!!);
b. laat je model even staan, zodat je niet bovenop het hoofd kijkt;
c. plaats je model voor een rustige achtergrond; als jouw model middenin de salon staat met overal afleidende voorwerpen en attributen, dan komt het kapsel niet over.
Het mooist is het als je ergens in de salon een rustige wand hebt om even voor te staan. Er zijn salons die speciaal hiervoor een banner hebben hangen met hun logo er op. Als je dan een foto maakt, of de klant maakt een selfie, dan fotografeer je automatisch jouw logo mee, wat natuurlijk prettig is als de foto via Facebook verspreid wordt.
Ik heb wel eens de volgende fotografie-tip gelezen: ga dichterbij, en als je dichterbij bent ga je nòg dichterbij. Kortom, probeer flink in te zoomen. Het is niet erg als gedeeltes van het kapsel buiten de foto vallen. Je kan dat ook doen via een fotobewerkingsprogramma op de computer: croppen, uitsnijden.

Educatie, of trainen.
Eigenlijk is ‘trainen’ een raar woord. ‘Oefenen’ zou je ook kunnen zeggen. Of gewoon ‘leren’, ‘aanleren’. Educatie is grofweg het aanleren van kennis en vaardigheden. En eigenlijk is dat de eerste verantwoordelijkheid van de opleiding. Maar, net als bij het halen van je rijbewijs, wanneer je het papiertje hebt begint het pas echt.
Het is ook het ontwikkelen van je talenten. En het bereiken van je doelen. En nu hebben we het ineens over passie, dedication (toewijding, maar ook: missie, jouw opdracht). Het is niet verkeerd om daar eens bij stil te staan. Het worden van kapper is tenslotte niet zomaar iets. Als je besluit om kapper te worden kies je voor iets groots!
We laten de meester aan het woord:
“Hairdressers are a wonderful breed. You work one-on-one with another human being and the object is to make them feel so much better and to look at themselves with a twinkle in their eye.”
“I think that as good architecture enhances a city, a good cut enhances the definition and expression of a face.”
Jawel, deze kapper heeft nagedacht. Maar dit zijn dan ook de wijze woorden van de wereldberoemde Vidal Sassoon, de held van ons vak.
En nu een uitspraak uit een andere hoek, van een acteur (maar ook niet de eerste de beste):
“To know what you want, to understand why you’re doing it, to dedicate every breath in your body to achieve… If you feel you have something to give, if you feel that your particular talent is worth developing, is worth caring for then there’s nothing you can’t achieve.” – Kevin Spacey
Wat is dat mooi gezegd! Maar nog niet zo makkelijk. Laten we de eerste drie stukjes nog eens op een rijtje zetten:

Er is een uitspraak van een beroemde componist (Béla Bartók) die zegt: “Competitions are for horses, not artists”. Oftewel, het creatieve proces is niet iets dat zich leent voor wedstrijden. Je vergelijkt tenslotte appels met peren. Waarom zou de Nachtwacht van Rembrandt beter zijn dan… ik noem maar wat, De Kus van Rodin?

Kapsels vallen voor mij onder beeldende kunst. Het materiaal is haar, maar verder is het net zo beeldend als verf op papier, of linnen, het werken met hout, glas, brons, klei, you name it. Je werkt met vorm en kleur. Het leuke van een kapsel is dat het zich meestal op het hoofd van iemand bevindt.

Waar het om gaat is: hoe creatief is de maker en hoe vernieuwend is het kunstwerk? Een onderwerp kan vaker verbeeld worden. De hierboven genoemde Kus (van Paolo en Francesca da Rimini), gemaakt door Rodin, is ook al te zien bij William Dyce. Een totaal andere kus zie je weer bij een leerling van Rodin, Constantin Brancusi. Je moet ze zelf maar even googelen. Een kus, is een kus, is een kus, maar dan telkens weer anders.

Als je iets maakt, of het nu voor een wedstrijd is of niet, dan probeer je (als creatieveling) iets te maken dat uniek is. Niet afgekeken, niet gekopieerd (want dat is plagiaat). Je maakt iets oorspronkelijks, je geeft een eigen versie van iets.

Ik ben altijd een beetje verbaasd over die collega’s die zo kunnen foeteren op de zelfkleurders. Je weet wel, pakje van het Kruidvat.

Hele verhalen over hoe de kleur helemaal mislukt was, hoe het haar helemaal naar de filistijnen was, één bonk pluis, knaloranje, of groen. Stro. Vul maar in.

“En dan mogen wij het weer opknappen!”

Alsof ze een hekel hebben aan hun werk! Het is toch prachtig, als jij dat weer mag opknappen???

Ik snap het wel, die zelfkleurders. Kijk eens naar het prijsverschil! En soms is het ook een tijdkwestie. Uren zit je in de kapsalon. En als je het zelf kunt, dan doe je dat toch? Eventjes ’s avonds je uitgroei bijwerken, terwijl je naar… weet ik veel zit te kijken.

Ik geef mijn klanten dan ook rustig een kleuradvies, ook als ze thuiskleuren. Veelal raad ik ze aan om dan wel professionele verf aan te schaffen. De groothandels mogen het niet, maar verkopen toch vaak aan particulieren. Ik ken zelfs een gerenommeerde (!) kappersketen die hun verf verkoopt aan klanten. Zodat die zelf thuis aan de slag kunnen.

Ooit moet het mis gegaan zijn. Een te korte pony waarschijnlijk. Hoe ongelukkig kan je zijn van een te korte pony? Je zou hem wel langer willen trekken….!

Kennen we dat? Kappersangst?

Af en toe krijg ik iemand in de zaak met deze aandoening. Meestal komen ze van ver, omdat iemand hen heeft gewezen op mijn geduld en luisterend vermogen.

Het record staat op 27 jaar. Zo lang was ze al niet naar de kapper geweest, deze Monique. Het haar was lang, grijs en zat in een soort knotje. Ik mocht alles doen, als het maar lang bleef.

Ik ontvouwde het knotje en zag een armzalig bosje haar, voor een groot deel ter hoogte van de kaak afgebroken.

Nou, zeg ik, we kunnen twee dingen doen. Ofwel je wilt het lang houden, en dan moet je het maar snel weer in die knot doen en zijn we klaar. Ofwel ik ga het knippen, maar dan wordt het toch minimaal kaaklengte.

Het was nog een artistiek mens ook, actrice, interesse voor kunst.

Nou goed, dan moest het maar geknipt worden. En dan gelijk maar gekleurd ook.

M’n aandacht werd vanmorgen gewekt door een artikel in de Volkskrant over de eerste robot met levende cellen. Er was een kleine rog nagemaakt, met rattenhartcellen voor de voortbeweging. Die cellen reageren op licht en daardoor ging het robotvisje zwemmen.

Een dag eerder zag ik op TV de eerste robot in het onderwijs. Een klein schattig robotmensje dat, gezeten op de grond, aan enkele peuters Engelse les gaf: Wan, Toe, Trie.

De mens wordt langzaam maar zeker overbodig.

Hoe zit dat in het kappersvak? Dat kan nooit, hoor ik u denken. Nooit? Er wordt al met of door middel van robotarmen geopereerd. Hele robotstraten zetten auto’s in elkaar, waar nauwelijks nog een mensenhand aan te pas komt.